Behandeling genderdysfoor kind heeft risico’s

Voorheen mochten alleen volwassenen met genderdysphorie (ouder dan 30-35 jaar) in transitie. Omdat deze resultaten niet optimaal waren en angst en psychische aandoeningen ondanks de transitie aanhielden, veronderstelden Nederlandse onderzoekers dat ze door vroeg ingrijpen betere cosmetische resultaten konden bereiken – en als resultaat gelukkiger en beter functionerende volwassen transgenders. Deze hypothese laat veel te wensen over.

Wat houdt het zogenaamde Dutch Protocol in?
Eerste stap: behandeling met puberteitsremmers. Dit zijn medicijnen die de aanmaak van de geslachtshormonen afremmen en daarmee zorgen voor het uitblijven van borstgroei, baardgroei, stemverlaging en andere kenmerkende lichaamsveranderingen in de puberteit.

Deze stap wordt voorgesteld als het indrukken van een pauzeknop, maar dat idee is te simpel omdat gebruik van puberteitsremmers consequenties heeft. Sowieso is gebleken dat wie dit pad inslaat, eigenlijk alleen maar verder kan lopen. In de praktijk is het dus niet echt een pauze maar eerder het begin van een transitie.

We weten inmiddels dat puberteitsremmers een depressieve stemming kunnen verergeren. Ook werken deze middelen soms bloeddruk verhogend. Dat kan een risico zijn voor jongeren die al een verhoogd risico hebben op hart- en vaatziekten op latere leeftijd, bijvoorbeeld omdat ze overgewicht hebben of roken. Beide komen relatief veel voor in de groep transgenderjongeren. Uit studies blijkt ook dat de botdichtheid na het gebruik van puberteitsremmers achterblijft. Verder geldt dat wie geen puberteit doormaakt onvruchtbaar zal zijn.

Tweede stap: behandeling met cross-sekse hormonen. Vanaf een jaar of vijftien kunnen jongeren eventueel cross-sekse hormonen krijgen, wat leidt tot ‘vermannelijking’ of juist ‘vervrouwelijking’ van het lichaam. Deze hormonen moeten de rest van het leven worden gebruikt. Van cross-sekse hormonen is bekend dat ze hartaanvallen, beroertes en borstkanker kunnen veroorzaken op lange termijn. Een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt in de behandeldiscussie is onvruchtbaarheid. Een traject met cross-sekse hormonen kan namelijk tot onvruchtbaarheid leiden.

Derde stap: geslachtsaanpassende operatie(s). Voor de constructie van uitwendige geslachtsorganen en borstvergroting of -amputatie zijn operaties nodig. Dit kan vanaf respectievelijk achttien en zestien jaar. De consequentie is blijvende onvruchtbaarheid.
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de (langetermijn)effecten van hormonale en chirurgische behandeling.

Steeds meer artsen, psychologen en ouders schrikken terug van de onomkeerbare behandeling bij kinderen, wat al bij de puberteitsremmers begint. Groot-Brittannië, Zweden, Finland en nu ook Frankrijk stappen over op een meer terughoudend beleid. Psychologische hulp waarbij wordt onderzocht wat er precies speelt is inderdaad de zorg die voorop zou moeten staan.

Een goed bericht is dat zo’n 80 procent van de jongeren ‘vanzelf’ over genderdysfore gevoelens heen groeit. Het inzicht groeit dat behandeling van (onderliggende) psychische aandoeningen zeker zo effectief is.

Zie ook

  • Ook de Zweedse documentaire Trans Train geeft nuttige info:
Zweedse documentaire Trans Train
  • In deze documentaire (13 min.) over het gebruik van puberteitsremmers geeft een aantal wetenschappers hun oordeel:
Het gebruik van puberteitsremmers